Er bestaan Australian Labradoodles in 3 verschillende maten; Miniatuur: 35-43 cm (gewicht: 7-13 kg) Medium: 43-53 cm. (gewicht: 13- 23 kg) Standaard: 53-63 cm. (gewicht: 23-30 kg)

Nee. Er zijn veel hondenrassen waarbij er een duidelijk verschil bestaat in dominantie tussen reuen en teven. Dat is niet het geval bij de Australian Labradoodle. Eventuele dominantieproblemen zijn vrijwel altijd het gevolg van een verkeerde opvoeding.

Er zijn twee verschillende vachten, de curly- of wolvacht en de fleecevacht. Bij de fleecevacht is de ene hond wel krulleriger en heeft de ander meer een slag. Een curly vacht is voor 99% allergievriendelijk en een fleecevacht voor 95%.

Afkortingen ALF: Australian Labradoodle Foundation Dog AL: Australian Labradoodle LO: Labradoodle Origin, wordt ook wel aangeduid als F1, F1b, F2 Voor een 'gewone' Labradoodle ziet het fokschema er als volgt uit: Fokschema Labradoodle Origin Het fokschema voor een Australian Labradoodle ziet er als volgt uit: Fokschema Australian Labradoodle Honden van de generatie ALF 1 tot en met ALF 3 worden ook wel Multigen Australian Labradoodles genoemd. Vanaf de 4de generatie spreekt met van de naam Pure Australian Labradoodle. Goed om te weten Bij een Labradoodle Origin loopt u het risico dat de vacht haar verliest of ruikt. Ook bestaat er de kans dat het karakter of het uiterlijk van de hond niet lijkt op dat van de Australian Labradoodle. Het kan dus zijn dat de hond dan niet het sociale en vriendelijke karakter heeft dat u er ervan verwacht. Een zeer belangrijke factor is ook de allergie-vriendelijkheid van de Australian Labradoodle. Als u een LO aanschaft loopt u het risico om hierop toch allergisch te reageren.